Door Hans
van Helden
Het is
natuurlijk leuk om
een bijzondere bij op de tuin
te hebben, maar het meeste werk wordt door de ¨gewone¨ soorten
verricht. Zij
zijn voor de vruchtzetting van onze gewassen belangrijker, en verdienen
dus ook
gekoesterd te worden.
Meidoornzandbij, Andrena
caratonica. Niet gesnapt in
het groene Oordtje, maar wel vorig jaar zonnend op de klimop langs het
NS-pad
aangetroffen. Een flinke, donkere bij voor tuinen en parken, waar zij
vooral op
bomen en struiken fourageert.
Witbaardzandbij, Andrena
barbilabris.
Een weinig kieskeurige en zeer
algemene soort, die in veel wijken in Den Haag is aangetroffen. Heeft
een
zandige helling nodig voor een nest. In 2013 gefotografeerd op het
terrein van
de VNGS, maar is in 2014 niet meer waargenomen.
Tweekleurige
zandbij, Andrena bicolor. Vorig jaar aangetroffen
op kattestaart,
hydranchea en kleine klaver in mijn tuin. Een weinig kieskeurige maar
lastig te
determineren zandbij, alleen “verse” exemplaren zijn op naam te brengen.
Grote Wolbij, Anthidium
manicatum. Een flinke en
spectaculaire bij die van het warmer worden van het klimaat lijkt te
profiteren. Zij voelt zich in beschutte tuintjes helemaal thuis. Het
mannetje
slaapt graag in de bloemen van gele Digitalis lanata.
Het mannetje is
zeer territoriaal, en zal “zijn” bloembedje verdedigen tegen andere
bijen. Het
vrouwtje verzamelt voor haar nest haren van ezelsoor en andere harige
planten,
vandaar de naam ¨wolbij¨.
Gewone sachembij, Antophora
plumipes. Niet zeldzaam,
vliegt vroeg in het jaar, soms al in februari. Duikt overal op waar
bloemrijke
tuinen zijn te vinden. O.a. longkruid, hondsdraf, dovenetel en
smeerwortel
staan bij haar menu. Broedt in kleiige hellinkjes en rot hout. Deze bij
dit
jaar reeds waargenomen op narcis en longkruid.
Roodpotige Groefbij, Halictus
rubicundus. Zat vorig
jaar op de margriet op de zandbult. De bij verdween naar de overkant
van
Schenk, mogelijk dat daar een kolonie in het talud zat.
Gewone Geurgroefbij, Lasioglossum
calceatum. De meest
voorkomende groefbij van Nederland. Een slanke bij, die ondere andere
op
persicaria en solidago fourageert.
Gewone Smaragdgroefbij, Lasioglossum
leucopus, Een
klein groenig groefbijtje, dat tussen de tegels van het pad naast de
spoordijk
broedde. Vliegt o.a. op klein hoefblad.
Langkopsmaragdgroefbij, Lasioglossum
morio. Een klein
groenig groefbijtje, 4-5mm, maar met een langer gezicht dan de gewone
smaragdgroefbij. Behalve in Het Groene Oordtje ook in de nieuwe tuin op
kool aangetroffen.
Gewone
Franjegroefbij,
Lasioglossum sexstrigatum. Een
klein groefbijtje, ca 5mm,
aangetroffen op o.a. margriet, paardenbloem en wederik....
Tronkenbij, Heriades
truncorum een klein bijtje, dat op composieten vliegt. Tot
nu toe ieder
jaar waargenomen. Het bijtje gemakkelijk te herkennen, omdat het
achterlichaam
trillende bewegingen maakt tijdens het bloembezoek. Vliegt op
composieten. Neemt
voorgeboorde nieuwbouw, ca 3-4 mm, graag tot woning.
Poldermaskerbij,
Hylaeus
confusus.
Een verwarrende naam, het
bijtje voelt zich in duinen en tuinen ook prima thuis. De soort is niet
kieskeurig en kruipt braaf in een voorgeboord houtblok.
Gewone maskerbij, Hyleus
communis. Zoals de meeste
maskerbijen, een klein bijtje dat nestelt in kevergangen, spijkergaten
en
houtblokken met gaatjes van ca 2-3mm.
Gewone Slobkousbij, Macropis
europaea. Vliegt
exclusief op wederik. Echter, de veel in tuinen aangeplantte
puntwederik vindt
zij niet te pruimen.
Tuinbladsnijder, Megachile
centicularis. Een bij die
graag tuinen als woonomgeving kiest, en de gewone kegelbij als parasiet
voor
lief neemt. De tuinbladsnijder betrekt voorgeboorde nieuwbouw met
graagte.
Buiten de stedelijke omgeving is de tuinbladsnijder te vinden in
bloemrijke
bermen waar zij zich te goed doet aan rolklaver. Hier laat de kegelbij
verstek
gaan.
Grote behangersbij, Megachile
willughbiella. Een
flinke behangersbij, niet zeldzaam, die zich de laatste jaren flink
uitbreidt.
Het mannetje heeft opvallende wit behaarde poten. Houdt van veel
tuinplanten,
zoals lathyrus, klokjes en lavendel. Kruipt graag in een voorgeboord
gat van
minimaal 8 mm, maar knaagt desnoods zelf een hol in rot hout.
Wormkruidbij, Colletes
daviesanus. Een bij die haar
naam eer aandoet. Vorig jaar een paar wormkruidplantjes in de tuin
gezet, en de
wormkruidbij wist ze snel te vinden. Vliegt ook op andere composieten,
zoals
margriet en op duizendblad, maar wormkruid is favoriet.
Naast “Bijen en wespen in
Zeeland” zijn ook Denederlandsebijen.nl en Waarneming.nl geraadpleegd.
Bijzonder
dank gaat uit naar Frank van der Meer, die de soms lastig op naam te
brengen
soorten heeft gedetermineerd.